De ontwerprationale als product van ontwerpgericht onderzoek

Datum 25 September 2023; Coördinatie: Koen van Turnhout & Annet Jantien Smit; Blog: Evelien van Rij 

Design Rationale

Hoe kan je communiceren over (een deel van) je ontwerp? Ontwerprationales zijn bedoeld om collega ontwerpers, beslissers en wetenschappers te informeren over een ontwerp. Een ontwerprationale legt vast welke motivaties, overwegingen en beslissingen ten grondslag liggen aan een ontwerp. Wat helpt ons om informatieve ontwerprationales te maken?  

Tijdens deze bijeenkomst kwam duidelijk naar voren dat het essentieel is om te weten voor welk publiek er met welk doel een ontwerprationale opgesteld werd. Als je een ‘vorm van theorie’, een overdraagbaar kennisproduct, wilt opstellen, moet je vaak andere informatie delen dan als je praktijk professionals wilt informeren over je ontwerp zodat zij met het ontwerp verder kunnen. Collega wetenschappers hebben wellicht meer interesse in de navolgbaarheid van het proces; wanneer heb je wat gedaan? Wat was daarvan het resultaat? Wat betekende dat voor je keuzes en je ontwerp? Het doel is dan om het ontwerpproces te verantwoorden, en uitspraken over de transfereerbaarheid en contextualisatiekennis nader te onderbouwen. Collega ontwerpers willen misschien vooral weten hoe het ontwerp eruit ziet en wat belangrijk is voor de werking van het ontwerp: Het doel is dan om te inspireren en ook om de transfereerbaarheid te onderbouwen. 

Handige formats voor het expliciteren van de design rationale 

Rode draad van de bijeenkomst was dat het draait om de vraag: “hoe kan ik het beste over mijn ontwerp communiceren opdat de lezer/mijn publiek zo goed mogelijk begrijpt wat mijn ontwerp is en waarom hij er vertrouwen in kan hebben?” Hierbij kan het handig zijn om gebruik te maken van bestaande opzetten voor het communiceren over ontwerpen en ontwerpprocessen. Hierbij kan je denken aan: 

Dit raamwerk gaat in op de toepassingscontext, de blik op het werkveld die van belang is voor probleem en interventie,  de bijpassende theorie, de werkwijze en vaardigheden die gehanteerd zijn bij een interventie. 

  • pCIMO (Probleem, Context, Interventie, Mechanisms en Outcome) Met behulp van een pCIMO krijgt de lezer een overzichtelijk beeld van de relaties tussen interventie, context (zie hoofdstuk 17 en 23 van het Handboek ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek).  
  • STARR (Situatie, Taak, Actie, Resultaat, Reflectie). Sterkpunt van de STAR methodiek is de reflectie. In de actie zit bij de STARR heel veel. Dit kan je verrijken door de STARR aan te vullen met elementen van andere raamwerken. 
  • Spinnenweb van Van den Akker. Dit spinnenweb gaat in contextspecifieke details in op de kenmerken van interventie en context in een eductatieve leeromgeving.  

Reflectie

Wat mij opvalt is dat deze modellen, met enige uitzondering van de STARR methodiek, niet ingaan op het ontwerpproces; waarom hebben de ontwerpers welke keuzes gemaakt? De omschrijving van het proces omvat voor andere onderzoekers en voor sommige collega’s ontwerpers juist vaak relevante informatie, maar waarom eigenlijk? Waarschijnlijk gaat het om navolgbaarheid, bevat informatie over de proceskeuzes ook veel informatie over het ontwerp zelf, zowel inhoudelijk als over de robuustheid van het ontwerp (wat is er allemaal meegenomen, getest en overwogen?) en biedt informatie over het proces ook informatie over onvruchtbare ontwikkelrichtingen. Hoe kunnen ontwerprationales beter omgaan met deze proces aspecten en wanneer kies je voor welke elementen van welke systematiek (CLICK, Starr etc.)? Dit zijn interessante vragen voor een vervolg op deze bijeenkomst.      

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *